Nachtegaallaan 1

Mirella Boerstra

 Begin vorige eeuw waren dit het huis en deze tuin van een professionele kweker en behoorde dit gebiedje tot de gemeente Oegstgeest. De gemeente Leiden wilde echter gaan uitbreiden en de grond bebouwen. Het gebied is toen van  Oegstgeest overgegaan naar Leiden en zo is het stukje grond dat nu deze tuin is, van de kwekerij afgescheiden rond 1926.

Wij wonen hier aan de Nachtegaallaan 1 sinds de zomer van 2017 en hebben het huis gekocht van de familie Iskander. Meneer Iskander hield zich graag met de tuin bezig. Er was veel aanplant in Japanse stijl.  Er stonden o.a. grote rododendrons in verschillende kleuren, azalea’s, hortensia’s en een grote camelia. Verder hielden de Iskanders veel van rozen.

De laatste jaren was er niet zo veel meer gesnoeid in de tuin, waardoor het nogal een ordeloos bos was geworden. We zijn begonnen met het afzagen van grote delen van de rodo’s, zodat ze weer vorm zouden krijgen en zouden verjongen. Verder hebben we een “bos” aan vlierbomen verwijderd en de stakige vormeloze hoge taxussen deels laten rooien en deels laten afzagen. We hebben in die tijd een nieuw woord aan onze Scrabble-vocabulaire toe kunnen voegen, namelijk het woord stobbefrezen. Dit is het verwijderen van boomstronken (stobben) met een groot apparaat, de zogeheten stobbefrees.

De rozen heb ik allemaal naar de voortuin verplaatst tussen mijn wildere aanplant in. Eigenlijk houd ik niet zo van rozen. maar inmiddels ben ik ze gaan waarderen.  Ik ben zelfs klimrozen bij gaan kopen om de oude rozen tussen de carport van de buren en onze voortuin in deels te vervangen. Een keer per jaar heb ik echt een hekel aan de rozen, namelijk tijdens de snoei wanneer mijn handen vol met stekels zitten.

In de voortuin stonden ook met zorg aangeplante buxusheggetjes, die ik erg lelijk vond. Gelukkig kwam de Buxusmot langs en kon ik ze kaalgevreten met goed fatsoen bij het groenafval afvoeren zonder schuldgevoel. Daarna ben ik allerlei planten die ik leuk vond gaan toevoegen in de voortuin tot een redelijk wild geheel. Dit is namelijk wat ik eigenlijk het leukst vind; het lijkt wild, maar ondertussen stuur ik het toch regelmatig  bij waar ik dat nodig vind.

Voor de achtertuin won ik advies in bij Esveld in Boskoop. Ik wilde alleen een groot deel van de planten niet kwijt en ik wilde geen graafmachine van een bedrijf in de tuin. Daarom heeft Esveld in een milde bui met een groot deel van de bestaande planten een nieuw ontwerp geschetst. Hier ben ik zelf mee aan de slag gegaan.  Een groot deel van de planten van de familie Iskander en mijn eigen erfstukplanten (van moeder en vrienden) heb ik zo kunnen behouden.

Op mijn eigen eigenwijze wijze heb ik oude planten zo veel mogelijk een nieuwe plek gegeven en heb ik er in de loop van de jaren verschillende nieuwe plantjes bijgezet. Het is nooit af en dat is fijn, want ik rommel graag ter ontspanning in de tuin.

Een tuin is eigenlijk nooit echt te vol vind ik, want ik hou er niet van om veel onbedekte grond te zien. Zwarte aarde betekent voor mij plek voor onkruid en verdamping van vocht, dus lekker volplanten zo’n tuin wat mij betreft. Overigens is een plant bij mij niet zo snel onkruid, want er is heel wat onkruid dat ik kan waarderen als het een beetje binnen de perken blijft en niet gaat overwoekeren. Tuinieren is voor mij sowieso eigenlijk de zwakkere tegen de sterkere beschermen door regelmatig wat bij te sturen en te verplanten. De weggehaalde stukjes plant gaan dan weer in een potje om bij iemand anders in de tuin terecht te komen of – zoals nu – in onze nieuwe boomspiegel. Hier is gelukkig nog flink wat aarde zichtbaar om verder aangeplant te worden.

Het uitzicht in onze tuin wordt nog verrijkt door de prachtige historische bomen in de tuinen van onze buren aan de Rijnsburgerweg.

Alles bij elkaar zou je onze tuin een eclectische tuin kunnen noemen. Het is van alles wat gecombineerd tot een leuk geheel als je van een beetje wild houdt.