Stemmen uit het verleden deel 3
VERHALEN EN FOTO’S 1943 – 1969
Door Hennie Labree
De familie Hoppezak de bekende toneelkapper waar het rond 5 december goed toeven was want dan kwamen de Sinterklazen achter elkaar naar buiten en aan de start van hun carrière gaven zij graag snoep weg. Een schoenmakerij kan ik mij niet herinneren volgens mij is men in de war want er was wel een Orthopedische schoenmakerij maar die hoorde bij de Anna-kliniek. Slagerijen zijn er ook nooit geweest maar over de winkels naast Vahrmijer en Brand die nooit winkel geweest zijn, werd verteld dat die oorspronkelijk in ieder geval één, als slagerij bedoeld was. De matrassen fabriek van de Klerk die was er toen ook al “Edek” en op de Nachtegaallaan was een wasserij. De naam kan ik me niet meer herinneren maar ik dacht dat het Dieben was.
Veel van de mensen die er in de jaren vijftig woonde kan ik mij heel duidelijk herinneren. Ook de speeltuin vereniging was toen al een levendige vereniging het was toen eigenlijk al een buurtvereniging. Met onder anderen De heer Goddijn en Vander Jagt in het bestuur. Er was ook ene Tante Toos de assistente van een huisarts op de Nachtegaallaan zij verrichtte heel veel werk. Ik herinner mij een Braderie in de jaren vijftig waar de oudste zoon van meneer Michels een elektrisch spelletje had gemaakt met lampjes en een schroevendraaier er was toen ook een persoon die had een pak aan met allemaal velden van dobbelstenen en men moest raden hoeveel stippen er op het pak zaten. Voor welke gelegenheid dit was weet ik niet meer. Ook het inzamelen van kleding na de watersnoodramp herinner ik mij goed ook het op nemen van kinderen in de straat uit Zeeland, het was een fijne buurt
Zo lezend in jullie oude Praatvogels komen zoveel herinneringen bij me op over mensen en over dingen die toen in de buurt zich afspeelden waar van ik er een paar wil neer pennen.
Van der Waals
De familie van der Waals komt ter sprake in een van de verhalen in de Praatvogel. Mijn moeder was bevriend met de deze familie. Deze familie had toch wel een bijzondere positie voor velen in deze prachtwijk, dit woord was allang bekend voordat het in de politiek in zwang kwam. Meneer van der Waals was de klusjesman in de wijk en wat voor één. Hij was van alle markten thuis, als loodgieter als timmerman en als elektromonteur. Mijn ouders hebben hem vele malen voor een klusje laten komen. Was het niet voor het verplaatsen van een geiser dan wel voor het oplossen van een probleem aan de loden afvoer van de douche na een vorstperiode. Hij heeft ook de zolderkamer van mijn zus Ingrid getimmerd. Meneer van der Waals had trouwens iets eigenaardigs; hij had maar één oog, hij droeg wel een bril waarvan één glas van matglas was. Hij keek je altijd aan met zijn ene oog waardoor hij altijd een beetje verbaasd leek te kijken.
Zijn vakmanschap was buiten kijf. Hij was ook vindingrijk. Zo had Van de Waals een keer het plan een zeilboot te bouwen, maar ja, een werf was er niet en hij heeft de boot toen maar in huis gebouwd zodat het echtpaar sliep onder de romp. Hij heeft het wel af gekregen Als je meneer Waals een klusje wilde laten doen kon je zomers slecht bij hem terecht. Dan was hij voor zes weken naar Frankrijk. Mijn moeder vertelde dat hij die tijd daar doorbracht met klussen in een klooster.
Ik heb nog eens twee dagen bij hen gelogeerd. Mijn amandelen waren geknipt het was in 1953 en mijn ouders waren deze dagen weg naar een oom en tante in Arnhem. Hun dochter was toen al het huis uit dacht ik; zij was operatiezuster in het AZL. Hun zoon Kees zat nog op de (ik dacht, instrumentmakers)school; later zou hij meester-instrumentmaker worden.